Varen door Duitsland

Uit Woonschepen Comite Groningen
Ga naar: navigatie, zoeken

Varen in Duitsland is voor grotere schepen zeer aantrekkelijk

Door: Klaas Koetje

Ook verschenen in de WCG krant van november 2007

Google Earth, kettingen, droge rivieren en een ingecalculeerd risico


Vijf jaar geleden hadden we (Marie-Jeanne en ik) bedacht dat het leuk zou zijn om naar Kassel in Duitsland te varen. Iedere vijf jaar wordt daar een toonaangevende expositie moderne kunst georganiseerd: de Documenta. Kars Thaden die niet zo lang daarvoor een schip naar Berlijn had gevaren en een voormalig Greenpeaceschip deze kant op manoeuvreerde, raadde het af. “Je gaat meteen aan de ketting en dan zijn de kosten niet te overzien”. Goede raad is goedkoop en we zagen er vanaf. De Primus zou ongetwijfeld niet voldoen aan de eisen en of mijn stuurmanskunst toereikend zou zijn, viel ook te betwijfelen. Af en toe een tochtje naar Glimmen, een paar keer langs de Waddeneilanden en eens per twee jaar naar Amsterdam. Niet dat je zegt een schipper die bulkt van ervaring.


[[Image:]]


Afgelopen winter zaten we met een aantal jonge kunstenaars in het onvolprezen etablissement Bienvenue en kwam het gesprek op de Documenta. Of we er ook heen gingen. Ik liet me ontvallen dat we plannen hadden gehad om met het schip te gaan maar dat we niet konden voldoen aan de eisen. Ik had me inmiddels verdiept in die eisen en kwam op een waterdichte machinekamer, een waterdicht schot voor en nog wat kleinere technische aanpassingen. Met name het waterdicht maken zou een aardige verbouwing vergen. Platen lassen, waterdichte leidingdoorvoeren maken (cv opnieuw aanleggen, elektriciteitskabels nieuw trekken). Nog afgezien van het geld zou het nogal wat tijd kosten om alles in orde te maken.

Dit waren echter handige kunstenaars die ook met een lasapparaat om kunnen gaan en alsof er al een elektrode was geplaatst, was het vonkje van het enthousiasme niet meer te ontkennen. Ze wilden meehelpen, van alles doen, als ze dan maar mee mochten.


Weinig trek hebbend in een verbouwing terwijl het schip zo goed als klaar is, schoof ik de beslissing voor me uit. Naarmate de Documenta echter dichterbij kwam, werd ook bij mij de kriebel steeds erger om vooral wel te gaan. En dus ging ik op zoek naar de verhalen. Wie was wel eens met een schip naar Duitsland geweest. Waren er problemen onderweg.

Uit die verhalen bleek in ieder geval dat het weer typische schippersgeschiedenissen waren. Verwarde verhalen waarin het van horen zeggen een grote rol speelt en waarbij de feitelijke juridische (on)mogelijkheden niet te traceren waren.


Inspectie

Er zat maar een ding op: in de regelgeving duiken. Daaruit bleek al gauw dat de vereisten van waterdichtheid waarschijnlijk van toepassing bleken maar dat eisen als het kunnen afsluiten van de brandstoftoevoer vanuit de stuurhut slechts geldt voor jongere schepen. Daarmee konden alvast wat werkzaamheden geschrapt worden. Bleef natuurlijk de juridische onduidelijkheid: woonschip, beroepsschip.

Nog maar eens gebeld met Klaas-Jan Wind van de Onrust. Hadden tot Meppen gevaren en geen enkel probleem ondervonden terwijl de Onrust volgens de regels ook de Duitse wateren niet zou mogen bevaren. Kijk, dat geeft moed. Een verbouwing kan achterwege blijven en met een beetje mazzel……

Niettemin de Scheepvaartinspectie gevraagd om langs te komen. Zo’n inspecteur kan je tenslotte precies vertellen wat er wel en niet aan het schip moet gebeuren. Zo’n inspectie kost € 256,== maar dan weet je tenminste waar je aan toe bent.


Op een mooie middag komt de inspecteur binnenwandelen. Ik bied hem koffie aan maar hij wil liever eerst even rondkijken. Voordat hij dat gaat doen vraagt ´ie wat we van plan zijn. “Varen naar Kassel”, zeg ik. “Ga je ook over de Rijn of kruis je de Rijn”. Ik zeg dat we dat niet van plan zijn. Hij zegt: “Geef me dan maar koffie want dan hoef ik niet verder te kijken. Dit is een woonschip dus je kunt gaan”.

Ik werp nog op dat je voor andere vaarwegen in Duitsland toch ook een attest nodig hebt maar hij zegt dat de SI die niet kan geven omdat het een woonschip is. Opgelucht en verrast, schrijft hij een bewijsje dat hij langs geweest is en belt even met het ministerie dat er geen rekening hoeft te worden verstuurd aangezien er geen inspectie heeft plaatsgevonden. Wel drukt hij me op het hart met de SchifssUntersuchungsKommission (SUK) in Mainz te bellen.


yeaYDh <a href="http://mpuaixgcyeta.com/">mpuaixgcyeta</a>, [url=http://ubnwlhvjxyzb.com/]ubnwlhvjxyzb[/url], [link=http://mhrfaxtnwfwu.com/]mhrfaxtnwfwu[/link], http://limfonoopvaz.com/

Hoe hoog is die brug

Het blijft fraai weer terwijl we de ene na de andere sluis nemen. Sommigen met een verval meer dan zeven meter. In totaal zijn er vijftien tot we het Mittellandkanal op zullen draaien dus we doen aardig wat ervaring op. De steeds grotere schepen die met ons opvaren passen net in de sluizen. Dat heeft echter wel tot gevolg dat de Primus hard moet werken om al het water dat uit de sluis gedrukt wordt door te komen. Gaandeweg hou ik meer afstand en wacht tot de ergste stroming verdwenen is en vaar dan zonder problemen de sluis in.

Niets lijkt een prettige, probleemloze reis in de weg te kunnen staan. We hebben inderdaad nog steeds geen waterpolitie of andere gezagsdragers gezien en ook een klein ongelukje met het anker dat van de rem valt (drie kwartier hard werken om ketting en anker weer binnen te halen) is geen smet op deze dag als we Rheine naderen.

De bruggen beginnen akelig laag te worden. Het hoogste punt van de Primus is 4,70 meter. Ik blader nog wat in de boeken maar nergens zijn gegevens te vinden. In Rheine is het raak. De schijnwerper klapt tegen de onderkant van een brug en de davit krijgt ook nog een dreun. We leggen aan om de schade op te nemen. Een deukje in de schijnwerper en verder niets. Aan de kade besluiten we de schijnwerper weg te halen, de zonnepanelen plat te leggen en de davit naar beneden te klappen. We beginnen te filosoferen over de komende bruggen en dat we wellicht de stuurhut naar beneden moet klappen. Ondertussen heeft een van de gasten een lange bezemsteel gevonden en zet die voor op het schip. Langzaam varen we op de volgende lage brug af en zetten de stok op hoogte zodat die ongeveer vijf centimeter hoger is dan de stuurhut. Mocht de stok een brug raken dan heb ik nog een kleine dertig meter om af te remmen. Iedere volgende brug wordt langzaam genaderd maar alles gaat goed. ’s Avonds mogen we bij de kade van een cementfabriek in Altenrheine aanmeren. Bier op tafel, eten, een beamer naar buiten gesleept, een scherm opgezet en film kijken.


De laatste kilometers naar het Mittellandkanal verlopen zonder problemen en we vragen ons weer af wat we al de gehele tocht op de Eems doen: waarom wonen wij eigenlijk aan de andere kant van de grens. Dit landschap is zoveel afwisselender en mooier, het bier is hier goedkoper, de mensen zijn vriendelijk en beleefd en de Duitsers zijn tenminste nog enthousiast over een schip als de Primus. Regelmatig zie je mensen kilometers lang meefietsen, foto’s maken en het moet gezegd: de vele tankers die vanaf de olieraffinaderij in Rheine naar het zuiden varen zijn allemaal redelijk modern en dan is de Primus ineens wel een heel klassiek ogend scheepje.


[[Image:]]


Waterkruis Minden

Het Mittellandkanal. Hoewel de plaatjes van Google Earth het gemis van een waterkaart enigszins hebben kunnen opvangen is het prettig het boek van Jan open te slaan. De brughoogtes staan aangegeven, er zijn massa’s ligplaatsen voor passanten en aan beide oevers strekt zich een steeds wisselend landschap uit dat uitnodigend baadt in de zon. Bergen (voor Duitsers heuvels), vreemde pakhuizen, ertsbergen, je ziet van alles en geen waterpolitie.

Ik kijk uit naar het Wasserkreuz in Minden. Daar zullen we van het kanaal af gaan en de Weser op moeten draaien in zuidelijke richting. Op Google Earth had ik al gezien dat het een complex sluizenstelsel is en het boek bevestigt dat. Wel is er een bunkerstation en het lijkt me nuttig daar te tanken want gezien de Eems, weinig ligplaatsen, geen bunkerstation gezien, kunnen we op de Weser beter geen risico’s nemen. Vanaf Minden is het nog tweehonderd kilometer naar Kassel over een slingerende rivier. Hemelsbreed is het slechts honderd kilometer. En we moeten ook terug.


Na enige tijd komt de bunkerboot aan maar we kunnen geen diesel krijgen. Hij heeft alleen rode diesel en ondanks dat ik hem uitleg dat ik huisbrandolie verstook (rode diesel met accijns) zegt hij bang te zijn om zijn baan te verliezen. We moeten twee kilometer terug bij de jachthaven maar proberen.

Daar aangekomen, geen pomp te zien. We lopen naar het jachthavenkantoortje waar om twaalf uur ’s middags de eerste pullen bier al op tafel staan. We kunnen niet tanken maar er komt iedere dag een tankauto en na wat heen en weer gepraat, zal die auto de volgende dag om acht uur ’s ochtends ons van witte diesel voorzien.

“Waar gaan jullie eigenlijk naartoe”, vraagt de barman en ik zeg ons doel. Hij schudt zijn hoofd en zegt: “Vergeet het maar. Er staat veel te weinig water in de Weser”. Ik zie Google Earth voor me. Een flinke rivier die richting Kassel slingert. Vlak voor Kassel dan de Fulda die door de stad stroomt. Ik heb foto’s van de rondvaartboot van Kassel gezien en die was toch zeker groter dan de Primus. “Hoe diep steek je eigenlijk”. De Primus steekt 1,20 meter aan de achterkant en hij schudt weer het hoofd, grijpt de telefoon en belt naar de Wasserschutz maar die bevestigen zijn vermoeden. De Weser is misschien in het najaar voldoende diep om richting Kassel te varen.

We zijn perplex. Hoe is dit nu mogelijk. Waarom hebben ze hier geen gedetailleerde waterkaarten waarop je zoiets kunt zien. De jachthavenmeester zegt dat dat niet kan omdat je nooit weet hoeveel water er is. Ik zeg dat je dat van de Waddenzee ook niet kan zeggen maar dat je toch minstens de diepte van de vaargeul kunt aangeven bij hoger en lager water. Maar goed, wij moeten nu beslissen wat te doen.

De volgende dag varen we zestig kilometer verder en vinden op zaterdag een prachtige plek in Hannover om van daaruit naar Kassel te reizen. Dan maar met de trein of met gehuurde auto’s. Zien we later wel verder.


Daar zijn ze dan….


Op maandag gaan MJ en ik auto’s huren bij Hertz. Voor een luizige 50 euro per persoon kunnen we drie dagen lang op en neer rijden naar Kassel dat bijna tweehonderd kilometer verderop ligt. Terwijl wij bezig zijn om de huur te regelen, krijgen onze gasten bezoek op de Primus: de waterpolitie! Komen even kijken naar de papieren maar de schipper is er niet. Ze melden dat ze de volgende ochtend wel weer langs komen.

Als ik terug ben op het schip besluit ik de waterpolitie te bellen. Ik leg ze uit dat we de komende drie dagen naar Kassel gaan. Als ze willen komen, zullen ze vroeg moeten zijn en dat we uiteindelijk donderdagochtend de terugreis zullen beginnen.


Donderdagochtend nog steeds geen spoor van de politie en we hebben de ochtend al iets langer gemaakt. Uiteindelijk gooien we het schip los en varen richting Nederland. Nog geen twee kilometer op stap komt de politieboot langszij en twee dienders springen geroutineerd in het gangboord.

Ze vragen me of ik een attest heb en ik zeg gewoon zoals het is. “Dan moet je wel even aan de kant”, wordt me vriendelijk gezegd.

Ik geef ze wat ik heb: het papier van de SI, mijn vaarbewijs en ik wijs ze op het feit dat ik volgens EG-richtlijn 82/714 gerechtigd ben met een woonschip in Duitsland te varen. De toon van het gesprek blijft uiterst vriendelijk en je merkt dat de mannen er moeite mee hebben (voortdurende complimenten voor het mooie schip) dat ze ons hebben aangehouden. En natuurlijk hebben ze in de gaten dat ik me (juridisch) goed heb voorbereid. Ze hebben het nog over rode diesel en de marifoon waarvoor je in Duitsland kennelijk een vergunning nodig hebt om die te mogen kopen. Ik leg ze uit dat een marifoon in Nederland verplicht is voor scheper langer dan 20 meter. De rode diesel wordt niet gecontroleerd en ze lopen met de paperassen naar hun eigen boot.

Even later komen ze terug met het vaarbewijs dat me zonder commentaar wordt teruggegeven (mazzel of door de vingers?) en de mededeling dat ik wel een boete krijg. Een hele hoge boete. Ik schrik en hoor al een bedrag van 5000 voorbij komen als de agent zegt: “275 euro. Als je het niet aan boord hebt dan willen we je wel even met de auto naar een pinautomaat brengen”. Opgelucht zamelen we 275 euro in en ik krijg de opdracht de SUK in Magdeburg te bellen. Die moet langskomen om een inspectie uit te voeren. Tot dat is gebeurd mogen we niet verder. Ik moet de SUK zelf bellen en krijg te horen dat ze pas ’s maandags langs kunnen komen. Dat is balen. Vier dagen vast in Hannover. Leuke stad daar niet van. Maar de expositie in Kassel viel zo tegen dat we het plan hadden opgevat om naar een expositie in Münster te varen.


[[Image:]]


En nu “aan de ketting” zoals dat dan heet. MJ had nog de tegenwoordigheid van geest om te vragen of we dan weer naar de ligplaats terug mochten want we waren in een desolaat industriegebied aangehouden. Hoewel het eigenlijk niet mocht, hebben ze ons onder begeleiding toegestaan terug te varen. En ze drukken me op het hart een bezwaarschrift te schrijven: “Doe maar in het Nederlands. Wij zorgen wel voor een vertaling. En breng het voor maandag even langs”. De volgende dag rond de middag hebben ze een keurig bezwaarschrift in handen.


Nog een inspectie

Wachten tot maandag. Hannover bekijken. Sommige gasten kregen het op de heupen en begonnen te boenen, te schuren, te verven. De Primus werd flink onder handen genomen en ik dook de machinekamer in om die op te ruimen en op te poetsen zodat de inspecteur in ieder geval een goede indruk zou krijgen. Er kon nog steeds gezwommen worden. Er werd nog steeds lekker gegeten en gedronken en op het Mittellandkanal is het een komen en gaan van grote binnenvaartschepen uit Nederland, België, Duitsland, Polen, Tsjechië, Slowakije, Rusland en ze zijn allemaal zo netjes om vaart te minderen als ze de Primus zien liggen en zetten het gas er weer vol op als ze gepasseerd zijn. Het Mitellandkanal is niet diep, niet breed en zuigt als een gek. Rekening houden met liggende schepen, dat zouden ze in Nederland ook eens moeten doen.


Op maandagochtend dan eindelijk het langverwachte bezoek van de scheepvaartinspecteur uit Magdeburg. Hij is verbaasd dat we gewoon maar zijn gaan varen en we hebben een geanimeerd gesprek over de verschillen in regelgeving tussen Nederland en Duitsland. Hij klapt zijn laptopje open en sluit een draagbare printer aan. Inspectie acht hij niet nodig. Hij print een Vorläufiges Attest uit waarop staat dat we drie weken de tijd hebben om het land te verlaten. Hij krijgt nog een kop koffie, wil toch nog wel even naar de scheepsmotor kijken, gewoon uit nieuwsgierigheid. Hij vertrekt met de mededeling dat de rekening (papiertje € 15 en de reiskosten) naar Groningen wordt gestuurd


We mogen vertrekken nadat de politie is gebeld. Zin om naar Münster te varen is er niet meer. Kalm en met evenveel plezier als de heenreis, varen we over het Mittellandkanal, de Eems, de Dollard en het Eemskanaal terug naar Groningen.


Wat een geweldige tocht. Mooi land om te varen. Zo snel als het kan, op naar Berlijn. En maar hopen dat de aanstaande wijzigingen in de Binnenvaartwet ook in Duitsland worden geaccepteerd. Dan kunnen we zonder problemen een heel nieuw vaargebied binnen.

Een paar weken nadien viel de rekening van het SUK op de mat: ruim 300 euro. Ook daar bezwaar tegen aangetekend. Al met al dus ongeveer 600 euro aan boetes. Dat was minder dan gecalculeerd dus kunnen we blij zijnen wie weet als de bezwaarschriften gegrond worden verklaard…..


Aanvullende opmerkingen

De website www.elwis.de is een zeer uitgebreide site waar van alles is te vinden op het gebied van regelgeving, stremmingen, je kunt het zo gek niet bedenken. De navigatie is niet erg best maar alles wat je weten wilt, kun je vinden.

Voor de meest actuele ontwikkelingen ten aanzien van de Binnenvaartwet houdt ene Janneke Bos de zaken bij op http://www.xs4all.nl/~bosq/main.htm. Ook de moeite waard.