Gesprek met de gemeente over de wachtlijst en tijdelijk gebruik van ligplaatsen

Uit Woonschepen Comite Groningen
Ga naar: navigatie, zoeken

Naar aanleiding van de jaarlijkse controle van de wachtlijst heeft het bestuur een gesprek gehad met de afdeling Vergunningverlening, Toezicht, Handhaving en Geo-informatie (VTH&G, voorheen Bouw en Woningtoezicht (BWT))


Jaarlijkse controle van de wachtlijst.

Het WCG kreeg een lijst te zien waarin geen persoonsgegevens maar wel scheepsnamen waren opgenomen. Een aantal kleine fouten viel hierbij op. Deze zijn inmiddels gecorrigeerd.

De lijst kent een zogenaamd voorkeursgedeelte. Deze bevat personen die al een ligplaatsvergunning hebben maar eventueel willen verhuizen als er een betere plek beschikbaar komt. Op het voorkeursgedeelte staan eveneens degenen die langer dan 3 jaar met een schip in de Noorderhaven wonen. De Noorderhavenbewoner moet echter zelf na 3 jaar aangeven dat hij/zij op het voorkeursgedeelte geplaatst wil worden: dit gebeurt niet automatisch! De brief van de gemeente vermeldde dit niet en zal hiervoor aangepast worden.

Binnen het voorkeursgedeelte worden de wachtenden op datum van inschrijving gerangschikt. Momenteel telt de wachtlijst circa 115 inschrijvingen, waarvan de eerste 25 (ongeveer) de voorkeurslijst vormen.

Als iemand via de wachtlijst een (nieuwe) ligplaats heeft gekregen, dan wordt hij/zij afgevoerd van de wachtlijst en zal men zich (eventueel) opnieuw moeten inschrijven. De gemeente gaat na of hier geen fouten mee gemaakt zijn waardoor mensen te hoog op de wachtlijst (zijn blijven) staan.


Gebruik van tijdelijk lege ligplaatsen.

Het WCG heeft aandacht gevraagd voor het tijdelijk gebruik van ligplaatsen die beschikbaar zijn doordat de vergunninghouder met zijn of haar schip een tijdje weg is. De gemeente geeft aan dat zij huiverig is voor claims van vergunninghouders als derden schade aan bezittingen en voorzieningen aanrichten. Formeel zou voor dit tijdelijk gebruik toestemming aan VTH&G gevraagd moeten worden.

Het komt voor dat een vergunninghouder het prettig vindt dat een ander (bekend) schip tijdelijk op zijn of haar plek ligt, zeker als de oever in gebruik is. Het WCG heeft voorgesteld dat, indien een vergunninghouder akkoord is met tijdelijk gebruik door een ander, een melding hiervan bij de Havendienst voldoende zou moeten zijn. In het verleden zijn hiermee nooit problemen geweest en het gaat vaak slechts om een periode van enkele weken.

De Havendienst kan ons inziens uitstekend beoordelen of een tijdelijke situatie veilig en (nautisch) verantwoord is. Dit gebruik van tijdelijk lege ligplaatsen draagt bovendien bij aan de door de gemeente zo gewenste dynamiek op het water.

VTH&G zal dit onderwerp met de Havendienst bespreken.