WCG beziet hoe Noorderhaven in nieuwe wet past

Uit Woonschepen Comite Groningen
Ga naar: navigatie, zoeken

Het nieuwe wetsvoorstel dwingt tot goed nadenken over de status van woonboten in de Noorderhaven. Gemeente en WCG zijn altijd uitgegaan van het idee dat de Noorderhaven een vrijhaven is, de enige plaats waar je een wooncarrière op het water kunt beginnen zonder je diep in de schulden te steken. Weliswaar is toestemming van de havenmeester nodig, en dat is weer van belang voor je inschrijving in het bevolkingsregister, maar alles ademt een hoge mate van vrijheid en is daarmee het verdedigen waard.


Omgevingsvergunning, maar op grond van welk artikel in het wetsvoorstel?

Onze eerste interpretatie was dat artikel 8.2a lid 2 (géén vergunning of ontheffing vereist volgens gemeentelijke verordening) doorslaggevend was. Deze interpretatie werd aan het wankelen gebracht door de analyse van Cor Goudriaan, die het bewuste artikel las alsof het alleen gold voor gemeenten waar geen verordening bestond. Volgens deze lezing zouden de schepen in de Noorderhaven niet voor een omgevingsvergunning in aanmerking komen.

Een andere mogelijkheid betrof de veelgehoorde opvatting dat schepen in de Noorderhaven een ontheffing hebben. Dan zou artikel 8.2a lid 1 (wèl vergunning of ontheffing vereist volgens gemeentelijke verordening) van toepassing kunnen zijn. Feit is evenwel dat de verordening een apart artikel (21) over de Noorderhaven bevat met een zodanige uitzondering van het ligplaatsverbod dat een afzonderlijke ontheffing voor elk schip overbodig is.

Die omschrijving brengt ons toch weer bij het eerdergenoemde artikel 8.2a lid 2 van het wetsvoorstel: geen vergunning of ontheffing vereist. De verwoording van dit artikel past perfect bij de situatie in de Noorderhaven, waarbij de verordening weliswaar een stelsel van vergunningen en ontheffingen oplegt, maar de Noorderhaven daarvan expliciet uitzondert.