Omgevingsvergunning voor varend woonschip

Uit Woonschepen Comite Groningen
Versie door NicoTiel (Overleg | bijdragen) op 11 jan 2023 om 10:33

(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken

De Raad van State vindt dat woonschepen die af en toe varen een omgevingsvergunning nodig hebben voor een ligplaats. Dit blijkt uit een uitspraak (ECLI:NL:RVS:2022:3088) uit oktober 2022. Daarmee lijkt een discussie beslecht of nieuw leven te worden ingeblazen die ook binnen het Woonschepencomité Groningen tot uitvoerige debatten heeft geleid.

De kwestie speelde rond 2 woonschepen die al sinds 1979 zonder vergunning aan de Diemerzeedijk in Amsterdam liggen. De eigenaar was met zijn advocaat van mening dat op basis van de Wet Verduidelijking Voorschriften Woonboten (zie lopende zaken) een omgevingsvergunning alleen nodig zou zijn voor drijvende bouwwerken en voor de bouwwerken op de oever. In hoger beroep heeft de Raad van State dus geoordeeld dat zowel voor schepen als de walvoorzieningen een omgevingsvergunning is vereist. Expliciet heeft de hoogste bestuursrechter gesteld dat “af en toe varen” en ook het hebben van bijvoorbeeld een certificaat van onderzoek (CVO of CBB) niet betekent dat een ligplaatsvergunning volstaat.

De Raad van State heeft de nadruk gelegd op het verschil tussen varende schepen die “primair bedoeld zijn om te wonen” en varende schepen die vooral varen en niet gebonden zijn aan een ligplaats. Daarmee zijn varende woonschepen praktisch gelijkgesteld met drijvende bouwwerken zoals woonarken en waterwoningen die ook een vaste locatie innemen. Het wettelijke verschil blijft dat varende woonschepen die voldoen aan een aantal criteria niet hoeven te voldoen aan het Bouwbesluit. De Raad van State heeft daar geen uitspraak over gedaan omdat dat ook niet het onderwerp van de rechtszaak was. Dat betekent dat in beginsel authentieke schepen niet qua uiterlijk worden aangetast door bepalingen die wel in huizen en drijvende bouwwerken zijn te realiseren zoals bijvoorbeeld een voordeur met voorgeschreven minimale afmetingen.

GEVOLGEN

De uitleg die de Raad van State geeft aan het begrip varend woonschip kan gevolgen hebben voor de situatie in het hele land en zeker ook in Groningen. Hoewel in de wijzigingswet overgangsbepalingen zijn opgenomen is niet duidelijk hoe individuele gemeenten daarmee omgaan.

Het bestuur van het WCG is voornemens om met de gemeente in overleg te treden over de consequenties van deze uitspraak. De rechtszekerheid voor bewoners van woonboten in de gemeente Groningen staat daarbij voorop.