Havengeldverordening 2022: hoog tarief voor historische haven Hoogkerk

Uit Woonschepen Comite Groningen
Ga naar: navigatie, zoeken

18 november 2021


Op 10 november jongstleden heeft de gemeenteraad de havengeldverordening voor 2022 vastgesteld.

Normaal gesproken hebben de meeste waterbewoners daar niet zoveel mee te maken omdat men Roerend Zaakbelasting betaalt en geen havengeld. De Roerend Zaakbelasting is gebaseerd op de waarde van het woonschip met de betreffende ligplaats. Zodra een woonboot de vaste ligplaats verlaat treedt er een andere situatie op: men gaat naar de werf voor onderhoud of men gaat recreatief varen (en afmeren).

In de Noorderhaven betaalt een deel van de woonboten Roerend Zaakbelasting en een ander deel betaalt havengeld. Dit havengeld bedraagt in 2022 €0,22 per vierkante meter per maand (€0,21 in 2021). Voor een schip van 25 x 5 meter is dat €27,50 per maand. Een bedrag dat redelijk in verhouding staat tot de Roerend Zaakbelasting die anderen in de Noorderhaven betalen, uiteraard wel afhankelijk van de afmetingen van het woonschip. Maar: de Noorderhavenbewoner heeft de keus volgens welk tarief hij of zij wenst aangeslagen te worden.

Voor de op 23 november 2022 officieel op te leveren UT Delfiahaven met tijdelijke ligplaatsen voor onder andere woonschepen heeft de gemeente het nodig gevonden om een nieuw tarief te bedenken voor woonschepen zonder vergunning of ontheffing (artikel 9):

Het havengeld voor het innemen van een ligplaats met een woonschip, zonder ligplaatsvergunning of ontheffing als bedoeld in de Verordening openbaar vaarwater 2020, op een locatie als bedoeld in het Aanwijsbesluit bij de Verordening openbaar vaarwater 2020 of op aanwijzing van de havenmeester bedraagt € 7,11 per hele meter per maand met een starttarief van € 71,10.

Dit komt neer op een bedrag van €177,75 per maand voor een schip van 25 meter. Daar moet dan nog bij opgeteld worden de toeristenbelasting van €2,- per persoon per nacht voor degenen die niet in de gemeente Groningen wonen (bron: jachthaven Oosterhaven).

Wat verder opvalt is de tegenstrijdigheid van het nieuwe tarief (per lengtemeter) met de heffingsgrondslag waarbij aangegeven wordt dat woonschepen zonder vaste ligplaats aangeslagen worden op basis van een vierkante meter prijs (artikel 4.5).

Het WCG is niet geïnformeerd of geraadpleegd bij het vaststellen van de tarieven.