Toch problemen met doorvaart spoorbrug Noord Willemskanaal vanaf 2022
Net als je denkt dat de problemen met de doorvaart van de spoorbrug over het Noord Willemskanaal in Groningen zijn opgelost, blijkt dat alleen voor de periode tot 2022 te gelden.
Dat blijkt uit het vandaag gepresenteerde definitieve tracébesluit voor het project Extra Sneltrein Groningen-Leeuwarden (ESGL)
Op p125 wordt het volgende gemeld, oordeel zelf:
Naar aanleiding van zienswijzen zijn de gevolgen van het project Extra Sneltrein Groningen – Leeuwarden voor de openingstijden van spoorbruggen nader onderzocht. De openingstijden van de spoorbrug over het Noord-Willemskanaal worden bepaald op basis van alle treinen die hier gebruik van maken. Dit betekent naast de treinen tussen Groningen en Leeuwarden ook de treinen van en naar Delfzijl en Roodeschool. Omdat deze laatstgenoemde treinen na de verbouwing van het hoofdstation Groningen doorrijden naar Veendam en Leer, verandert de hele dienstregeling in 2022 (na gereedkoming van het project ESGL). De aanpassing van dienstregeling t.a.v. de treinen van en naar Delfzijl en Roodeschool valt overigens buiten de scope van ESGL.
Uit het onderzoek dat de provincie Groningen samen met ProRail hiernaar heeft gedaan, blijkt dat met name de dienstregeling van de treinen tussen Delfzijl en Leer in de nieuwe situatie vanaf 2022 een mogelijk probleem kan zijn voor de brugopeningen. Daarom wordt in overleg met ProRail naar verschillende maatregelen gekeken, zodat er vanuit het oogpunt van de vaarbeheerder weer voldoende tijd geboden kan worden voor het openen van de brug. Met alleen de toevoeging van de extra sneltreinen tussen Groningen en Leeuwarden per eind 2020 blijven de brugopeningstijden net als in de huidige situatie krap, maar blijft het wel mogelijk om twee keer per uur een brugopening te bieden. Het knelpunt ontstaat dus op het moment dat de totale dienstregeling in 2022 wijzigt. Om die reden worden er voordat de extra sneltreinen eind 2020 gaan rijden al één of meerdere verbeteringen doorgevoerd in met name het bedieningsproces en de afstemming tussen de spoorbrug en de busbaanbrug, vooruitlopend op definitieve oplossingen per 2022.