Klaas Koetje: Raad van State maakt zichzelf ongeloofwaardig: verschil tussen versies
Regel 5: | Regel 5: | ||
De Raad van State heeft zichzelf van een ongeloofwaardige kant laten zien door in januari 2015 een uitspraak te doen dat woonboten geen onroerend goed zijn. Dit staat lijnrecht tegenover een uitspraak uit april 2014 waarin een woonboot juist wel als onroerend goed werd gezien en een soortgelijke uitspraak uit februari 2015. Deze tegenstrijdigheden zijn nu pas ontdekt dankzij de oplettendheid van woonbootbewoner Jaco Belgraver in Groningen. Volgende week beslist de Tweede Kamer over een wetswijziging naar aanleiding van de uitspraak uit 2014 en zullen woonboten in het vervolg beschouwd worden als bouwwerken en omgevingsvergunningplichtig zijn. | De Raad van State heeft zichzelf van een ongeloofwaardige kant laten zien door in januari 2015 een uitspraak te doen dat woonboten geen onroerend goed zijn. Dit staat lijnrecht tegenover een uitspraak uit april 2014 waarin een woonboot juist wel als onroerend goed werd gezien en een soortgelijke uitspraak uit februari 2015. Deze tegenstrijdigheden zijn nu pas ontdekt dankzij de oplettendheid van woonbootbewoner Jaco Belgraver in Groningen. Volgende week beslist de Tweede Kamer over een wetswijziging naar aanleiding van de uitspraak uit 2014 en zullen woonboten in het vervolg beschouwd worden als bouwwerken en omgevingsvergunningplichtig zijn. | ||
− | De kwestie in de zaak van [http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2015:32 januari 2015] ging om een bootbewoner uit Haarlem die | + | De kwestie in de zaak van [http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2015:32 januari 2015] ging om een bootbewoner uit Haarlem die een planschadevergoeding wilde ontvangen vanwege een hoogbouwproject. De bootbewoner vond dat de waarde van het schip achteruit was gegaan en zodoende net als huisbewoners recht had op zogenaamde planschade. De rechter in Haarlem en uiteindelijk de Raad van State waren het daar dus niet mee eens. Daarbij werd verwezen naar eerdere uitspraken van de Hoge Raad waarin precies omschreven werd wanneer een boot wel onroerend goed was. |
Het bizarre aan de uitspraak van januari 2015 is dat de argumenten van de bootbewoner precies die zijn op basis waarvan de Raad van State in april 2014 in Amsterdam een woonboot tot onroerend goed had verklaar. Staatsraad Van Altena was kennelijk niet op de hoogte van die uitspraak van collega Van Kreveld. Nog geen maand later besliste Staatsraad Van der Wiel dat een woonboot, in dat geval een ark, wel degelijk als onroerend goed moest worden gezien. Dat was tegen de argumentatie van Van Altena in, die in het geval in Haarlem nog had uitgesproken: “Dat het de bedoeling is om langdurig ligplaats in te nemen, leidt niet tot het oordeel dat het woonschip een onroerende zaak is. Het woonschip is, in theorie, verplaatsbaar, indien de verbindingen afgekoppeld worden”. | Het bizarre aan de uitspraak van januari 2015 is dat de argumenten van de bootbewoner precies die zijn op basis waarvan de Raad van State in april 2014 in Amsterdam een woonboot tot onroerend goed had verklaar. Staatsraad Van Altena was kennelijk niet op de hoogte van die uitspraak van collega Van Kreveld. Nog geen maand later besliste Staatsraad Van der Wiel dat een woonboot, in dat geval een ark, wel degelijk als onroerend goed moest worden gezien. Dat was tegen de argumentatie van Van Altena in, die in het geval in Haarlem nog had uitgesproken: “Dat het de bedoeling is om langdurig ligplaats in te nemen, leidt niet tot het oordeel dat het woonschip een onroerende zaak is. Het woonschip is, in theorie, verplaatsbaar, indien de verbindingen afgekoppeld worden”. | ||
Versie van 28 okt 2016 om 14:03
Tweede Kamer beslist volgende week over wetswijziging die oplossing moet brengen
De Raad van State heeft zichzelf van een ongeloofwaardige kant laten zien door in januari 2015 een uitspraak te doen dat woonboten geen onroerend goed zijn. Dit staat lijnrecht tegenover een uitspraak uit april 2014 waarin een woonboot juist wel als onroerend goed werd gezien en een soortgelijke uitspraak uit februari 2015. Deze tegenstrijdigheden zijn nu pas ontdekt dankzij de oplettendheid van woonbootbewoner Jaco Belgraver in Groningen. Volgende week beslist de Tweede Kamer over een wetswijziging naar aanleiding van de uitspraak uit 2014 en zullen woonboten in het vervolg beschouwd worden als bouwwerken en omgevingsvergunningplichtig zijn.
De kwestie in de zaak van januari 2015 ging om een bootbewoner uit Haarlem die een planschadevergoeding wilde ontvangen vanwege een hoogbouwproject. De bootbewoner vond dat de waarde van het schip achteruit was gegaan en zodoende net als huisbewoners recht had op zogenaamde planschade. De rechter in Haarlem en uiteindelijk de Raad van State waren het daar dus niet mee eens. Daarbij werd verwezen naar eerdere uitspraken van de Hoge Raad waarin precies omschreven werd wanneer een boot wel onroerend goed was. Het bizarre aan de uitspraak van januari 2015 is dat de argumenten van de bootbewoner precies die zijn op basis waarvan de Raad van State in april 2014 in Amsterdam een woonboot tot onroerend goed had verklaar. Staatsraad Van Altena was kennelijk niet op de hoogte van die uitspraak van collega Van Kreveld. Nog geen maand later besliste Staatsraad Van der Wiel dat een woonboot, in dat geval een ark, wel degelijk als onroerend goed moest worden gezien. Dat was tegen de argumentatie van Van Altena in, die in het geval in Haarlem nog had uitgesproken: “Dat het de bedoeling is om langdurig ligplaats in te nemen, leidt niet tot het oordeel dat het woonschip een onroerende zaak is. Het woonschip is, in theorie, verplaatsbaar, indien de verbindingen afgekoppeld worden”.
De chaos lijkt dus compleet als het gaat om de opvattingen van de Raad van State. Waarbij opgemerkt moet worden dat de advocaat van de woonbootbewoner kennelijk ook geen verstand van zaken en dus de jurisprudentie had. Die had tijdens de zitting moeten wijzen op de uitspraak van april 2014. Het zal dan ook geen verbazing hoeven te wekken als op basis van dit soort verwarrende uitspraken de aanstaande wetswijziging duchtig wordt getest op houdbaarheid. Het is nu immers de vraag of de Raad van State bijvoorbeeld vasthoudt aan de stelling dat een in theorie verplaatsbaar schip geen planschade kan hebben bij ongewenste ontwikkelingen binnen een bestemmingsplan. Het zal een juridische procedure vergen om daar achter te komen.
Zoals bekend worden woonboten met ingang van 1 januari 2017 beschouwd als bouwwerken (en feitelijk dus onroerend goed) als de Tweede en Eerste Kamer dit nog voor 1 januari weten te besluiten. Dat betekent dat woonboten daarna net als huizen een omgevingsvergunning moeten hebben. Logischerwijs vloeit hier uit voort dat dat tot gelijke behandeling zou moeten leiden. De uitspraak van de Raad van State in de kwestie Haarlem maakt dat echter onzeker. Temeer daar nu al onduidelijkheid bestaat over welke woonboten wel en niet meteen een omgevingsvergunning krijgen in het kader van een overgangsregeling.
Er zijn stemmen dat bijvoorbeeld in Groningen geen omgevingsvergunning wordt verleend omdat de boten niet in strijd met het bestemmingsplan ligplaats innemen. Dat lijkt strijdig met het gegeven dat de meeste woonboten als bouwwerken moeten worden gezien na 1 januari en dus wel een omgevingsvergunning moeten hebben. Voorts gaan er stemmen op (waaronder die van ondergetekende) dat ook de ligplaatsen in de omgevingsvergunning horen. Dit stond aanvankelijk ook in het wetsvoorstel maar is later weer geschrapt nadat het Inter Provinciaal Overleg daar bezwaar tegen had gemaakt.
Wordt ongetwijfeld vervolgd.
Klaas Koetje
Voor alle achtergrondinformatie: http://www.woonschepencomite-groningen.nl/index.php/Wet_verduidelijking_voorschriften_woonboten