WCG dringt aan op markt- en woonwensenonderzoek ten behoeve van Watervisie

Uit Woonschepen Comite Groningen
Ga naar: navigatie, zoeken

22 maart 2018


Van: Woonschepencomité Groningen <woonschepencomite.groningen@gmail.com> Datum: 22 maart 2018 om 10:02 Onderwerp: wachtlijst (100+) ligplaatsvergunningen betrekken in routekaart Watervisie Aan: - Gemeenteraad Groningen <raad@groningen.nl>


Geachte leden van de raad,

Op 28 maart spreekt u opnieuw over de voortgang van de watervisie, mede op basis van de recente reactie van het college op ons advies van 17 februari. Laten we vooropstellen dat we er begrip voor hebben dat dit voor het college een lastig dossier is. Dat is voor ons niet anders. Wel zijn hier een paar kwesties aan de orde waarin de raad een belangrijke rol kan spelen:

1. Het college meent in het geval van nieuwe overdraagbare vergunde ligplaatsen over onvoldoende sturingsmogelijkheden te beschikken. Volgens ons is dat nu juist een probleem dat de Wet Verduidelijking voor het college heeft opgelost. Nieuwe ligplaatsen zijn beter dan ooit te vergelijken met een nieuwe woonwijk. Het komt nogal wonderlijk over om het water te privatiseren met als argument er op die manier als overheid meer zeggenschap over te houden, zoals het college lijkt te bepleiten. 2. Het college zoekt naar een balans tussen aanlegkosten en baten, en kiest daarom in sterke mate voor het model van waterkavels. Wij zijn ook niet blind voor het gecombineerde effect van schaarste aan ligplaatsen en sterk gestegen woningprijzen. Dat is voor ons echter eerder een reden om het publiekrechtelijke uitgiftesysteem met zijn tijd mee te laten gaan dan om er zo veel mogelijk afscheid van te nemen.

Het is goed dat het college nu naar groei streeft, maar die groei moet vreemd genoeg plaatsvinden in categorieën ligplaatsen waaraan de behoefte niet bekend is terwijl er voor de vergunde ligplaatsen sinds jaar en dag een wachtlijst van meer dan honderd gegadigden bestaat. Hoewel wij het onderwerp in de afgelopen jaren meermalen ter sprake hebben gebracht, is nooit onderzocht wat de wensen van al deze aanvragers zijn, of wat hun budget is. Vooral starters lijken van de radicale koerswijziging van het college de dupe te worden en dat zit ons dwars.

Het lijkt ons de hoogste tijd om het geschetste onderzoek uit te voeren. Dat leidt mogelijk ook tot nieuwe inzichten over het uitgiftesysteem, dat wellicht met tamelijk beperkte aanpassingen toekomstbestendig kan worden gemaakt. Een en ander zal naar onze verwachting bepalend zijn voor de kwaliteit van de routekaart die het college heeft toegezegd. Het WCG zou het op prijs stellen als uw raad onze vraag om degelijk onderzoek zou ondersteunen.

Met vriendelijke groet namens het bestuur,

N. Tiel
secretaris