Vragen WCG aan de gemeente over de gevolgen en toepassing van de nieuwe woonbotenwet

Uit Woonschepen Comite Groningen
Ga naar: navigatie, zoeken

23 juni 2019


Naar aanleiding van het overleg van het WCG met de gemeente op 5 juni jongstleden over de gevolgen van de nieuwe woonbotenwet en de wijze waarop de gemeente het Voorbereidingsbesluit Bestemmingsplan Openbaar Vaarwater (VBOV) hanteert heeft het WCG nog een paar aanvullende schriftelijke vragen gesteld, voornamelijk over bestaande drijvende bouwwerken.

De mail aan de gemeente:

  • Welke vergunningsaanvragen worden momenteel aangehouden en wat betekent "aanhouden" in dit verband ? En hoelang kan een aanvraag aangehouden worden ?
  • Worden er momenteel aanvragen aangehouden vanwege de welstandsnota (in voorbereiding) ?
  • Hoe wordt er op dit moment omgegaan met een aanvraag voor vervanging van een authentiek schip door een woonark ? Wordt zo'n aanvraag aangehouden of afgewezen ? Is er dan sprake van een voor beroep vatbaar besluit ?
  • Welke vergunningsaanvragen worden momenteel afgewezen en op grond waarvan ?
  • Welke vergunningsaanvragen worden momenteel gehonoreerd en op grond waarvan ?
  • Welke nieuwe vergunning of vergunningen worden momenteel verstrekt bij overdracht van een woonboot met een ligplaatsvergunning ?
  • Worden bij verplaatsing van een bestaande woonboot (naar een nieuwe locatie) zowel een omgevingsvergunning voor plaatsing van een bouwwerk als een nieuwe ligplaatsvergunning verstrekt en ter inzage gelegd? Hoeveel bedragen dan de leges ?
  • Moet bij een verbouwing van een bestaande woonboot waarbij het uiterlijk gewijzigd wordt een omgevingsvergunning aangevraagd worden en niet meer zoals vroeger een nieuwe ligplaatsvergunning ?
  • Wordt die verbouwing getoetst aan de welstandsnota in voorbereiding of aangehouden met het oog op de nog vast te stellen welstandsnota ?
  • Hoeft voor een inwendige verbouwing van een bestaande woonboot geen omgevingsvergunning aangevraagd te worden en wordt niet getoetst aan het bouwbesluit ?
  • Wordt het opnieuw opbouwen van een bestaand casco als nieuwbouw beschouwd die aan het bouwbesluit wordt getoetst ?
  • Waar ligt de grens tussen verbouw en nieuwbouw ?


Verder zijn er onlangs een drietal vergunningsaanvragen bekend gemaakt

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-92944.html

Dit betreft het treurige geval van een keurige woonboot in perfecte staat waar door de eer-vorige eigenaar een bak om het casco is geplaatst en de derde eigenaar daardoor na 10 jaar geen vergunning meer kreeg. Gelukkig is hij mede dankzij onze inspanning afdoende schadeloos gesteld maar feit blijft dat één van de kwalitatief betere woonboten in de Diepenring nu gesloopt is. Wellicht was een aanbieding aan een eigenaar van een zeer slechte woonboot een betere optie geweest. In het nu gesloopte scheepje is de laatste jaren enorm geïnvesteerd, kapitaalvernietiging ? Vele betrokkenen spreken er schande van en begrijpen deze kwestie niet.

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-126283.html

Een omgevingsvergunning voor de verbouwing van een bestaande woonboot. Lijkt in orde als het gaat om een uiterlijke wijziging. Geen toetsing aan het bouwbesluit en geen nieuwe ligplaatsvergunning meer voor dit soort wijzigingen ?

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-132565.html

Dit is een interessante. Omgevingsvergunning voor het verplaatsen van een bestaande woonboot lijkt in orde. Maar hoe zit het met de nieuwe ligplaatsvergunning ? Ook die moet verleend en gepubliceerd worden ?

Het zou fijn zijn als deze vragen nog voor het zomerreces beantwoord kunnen worden. We willen er graag over publiceren omdat er nogal wat vragen bij ons binnenkomen. Nog beter zou zijn als de gemeente de waterbewoners en geïnteresseerden zelf beter zou informeren over de huidige stand van zaken zodat vervelende misverstanden voorkomen kunnen worden.


Update 26 juni 2019: enkele aanvullende vragen

Aangezien de wet verduidelijking voorschriften woonboten reeds op 1 januari 2018 is ingegaan en er nog steeds veel onduidelijkheid bestaat hoe de gemeente invulling gaat geven aan de nieuwe wet heeft het WCG nog een paar aanvullende vragen gesteld, met name over de wettelijke categorie schepen gebruikt voor verblijf en bestemd en gebruikt voor de vaart met een ligplaatsvergunning in de gemeente Groningen.

Er zijn twee categorieën schepen uitgezonderd in de nieuwe wet, te weten schepen waarvan de primaire functie varen is (vrachtschepen, recreatieschepen, etc.) en schepen gebruikt voor verblijf en bestemd en gebruikt voor de vaart. Op deze schepen wordt vooral gewoond en er wordt af en toe nog mee gevaren. Deze tweede categorie is met name bedoeld om historisch erfgoed te vrijwaren van de eisen van het bouwbesluit en de mogelijkheid te bieden te kunnen blijven varen zonder dat na een tijdje varen opnieuw een omgevingsvergunning aangevraagd hoeft te worden voor het (terug)plaatsen van een drijvend bouwwerk. De gemeente heeft deze categorie woonschepen niet eerder benoemd en de vraag is dus hoe de gemeente hiermee om gaat en dan specifiek de schepen met een ligplaatsvergunning. De complexe Noorderhaven-discussie willen we hier graag even buiten beschouwing laten.

Vraag: hoe gaat de gemeente vaststellen of een schip wordt gebruikt voor verblijf en bestemd en gebruikt is voor de vaart en dan met name of er af en toe mee gevaren wordt ? En wat is af en toe varen ?

Dit is relevant op het moment dat zo'n schip verbouwd of permanent verplaatst wordt. Deze schepen hoeven hiervoor geen omgevingsvergunning aan te vragen.

Vraag: wordt een woonschip dat over een Certificaat van Onderzoek (CvO) zou moeten beschikken om te mogen varen, maar er geen heeft en ook niet meer kan krijgen door de gemeente automatisch als drijvend bouwwerk beschouwd ?

De gemeente kent wel een categorie authentieke schepen volgens een in de Verordening vastgelegde uiterlijke omschrijving. Een authentiek schip dient globaal nog steeds de uiterlijke kenmerken van een voormalig beroepsvaartuig te vertonen. Dit zijn in principe gewoon drijvende bouwwerken, tenzij er mee gevaren wordt. Het risico bestaat dat de wettelijke categorie varende woonschepen verward gaat worden met authentieke schepen. En varende woonschepen zijn door de gemeente niet eerder omschreven (de kern van de Noorderhavenproblematiek)

Vraag: wanneer beschouwt de gemeente een authentiek schip als drijvend bouwwerk en wanneer niet ?

Tenslotte. Als we onder meer de gemeentelijke jurist Pieter van de Sande goed begrepen hebben, dan is de huidige situatie globaal als volgt: voor een drijvend bouwwerk met een ligplaatsvergunning moeten bij vervanging, nieuwbouw, een ingrijpende verbouwing of verplaatsing een omgevingsvergunning voor deze activiteit aangevraagd worden. Deze omgevingsvergunning is objectgebonden en vervalt op het moment dat de activiteit is afgerond. De ligplaatsvergunning blijft bestaan en regelt het gebruik van het water en is vanaf nu enkel nog persoonsgebonden en niet meer objectgebonden. Bij verkoop wordt de ligplaatsvergunning op de nieuwe eigenaar overgezet, een omgevingsvergunning is hiervoor niet nodig omdat er aan het bouwwerk niets verandert en de ligplaatsvergunning geldt als omgevingsvergunning.

Vraag: is deze samenvatting correct ?


Update 21 juli 2019: tot op heden laat een adequate beantwoording van deze vragen op zich wachten