Ligplaatsvergunningen toch niet omgezet in omgevingsvergunningen
In tegenstelling tot wat het recente nieuwsbericht van de rijksoverheid suggereerde blijken ligplaatsvergunningen toch niet te worden omgezet in omgevingsvergunningen.
Uit het nieuwsbericht van 9 oktober :
"...Bestaande woonboten mogen blijven liggen, afgegeven vergunningen gelden voortaan als omgevingsvergunning en hoeven niet verbouwd te worden om aan het Bouwbesluit 2012 te gaan voldoen."
Nu blijkt op 26 oktober uit het verslag van de reacties op het wetsvoorstel dat bovenstaande niet juist is:
"...Het omzetten van ligplaatsvergunningen in omgevingsvergunningen is bij nader inzien te verstrekkend. De omzetting van ligplaatsvergunningen in omgevingsvergunningen wordt daarom niet geregeld." (bron)
In het oorspronkelijke wetsvoorstel zouden ligplaatsvergunningen worden omgezet in omgevingsvergunningen. Dat was een goed voorstel omdat het een verbetering van de rechtspositie van de huidige waterbewoners betekende: alle woonboten in Nederland zouden gelegaliseerd worden en geen gezeur meer over de overdraagbaarheid van ligplaatsen. Nu blijkt dat de omgevingsvergunning wordt toegevoegd en de ligplaatsvergunning blijft bestaan. Nog meer regels en mogelijk nog minder zekerheid.
Definitie bouwwerk uit wetsvoorstel geschrapt
Uit het wetsvoorstel van mei 2015
"Bouwwerk: constructie van enige omvang, die op de plaats van bestemming direct of indirect met de grond verbonden is en bedoeld is om langer dan drie maanden ter plaatse te functioneren."
Uit de consultatie is gebleken dat het criterium van drie maanden niet reëel is, zeker niet voor varende woonschepen. Deze liggen meestal langer dan 3 maanden achtereen stil en zouden dan toch als bouwwerk moeten worden aangemerkt.
Varende woonschepen
Het is nog onduidelijk wanneer een woonboot als varend woonschip zal worden aangeduid: wat betekent "niet aan de vaart onttrokken" in de praktijk ?
Zijn hiervoor objectieve criteria vast te stellen?
Een Certificaat van Onderzoek (CvO) geeft geen informatie of een schip wel of niet vaart, bovendien hoeven niet alle varende woonschepen een CvO te hebben.
De Landelijke Woonboten Organisatie (LWO) en de Landelijke Vereniging voor Behoud van het Historisch Bedrijfsvaartuig (LVBHB) beweren allebei dat er drie verschillende categorieën van woonboten gaan ontstaan, overigens zonder bronvermelding. Opvallend is dat beide organisaties het over verschillende categorieën hebben (hier te lezen)
Gevolgen
Wat precies de inhoud is van het wetsvoorstel dat aan de Raad van State is voorgelegd is onduidelijk, want de gewijzigde tekst is niet gepubliceerd. Het lijkt een breiwerkje te worden waardoor de wetgeving voor woonboten uiteindelijk alleen maar onduidelijker wordt en de rechtspositie van waterbewoners zeker niet versterkt wordt. Van de wal in de sloot dus...
Het vervangen of verbouwen van een niet varende woonboot wordt een stuk lastiger dan nu al het geval is. Dit kan leiden tot het niet meer opknappen, verbouwen of vervangen van verouderde woonboten. Verwaarlozing kan hiervan het gevolg zijn. Dit probleem doet zich in Groningen nu al voor als gevolg van knellende lokale regelgeving.
Om niet aan het Bouwbesluit te hoeven voldoen moeten schepen die kunnen varen op de één of andere manier kunnen aantonen dat ze daadwerkelijk varen, gedoe dus.
Het is te hopen dat de Raad van State met een helder advies komt.
Op zijn vroegst in de loop van 2017 zal pas echt duidelijk worden wat de gevolgen zullen zijn van de wetswijziging. (actuele status wetsvoorstel)
Groningen
In dit onzekere klimaat wil de gemeente Groningen nieuw beleid ontwikkelen voor wonen op het water, dat in juni 2016 door de gemeenteraad zal moeten worden vastgesteld.
