Bezorgde bewoners Noorderhaven weigeren medewerking aan inventarisatieronde

Uit Woonschepen Comite Groningen
Ga naar: navigatie, zoeken

Op 30 januari heeft de gemeente een goedbezochte bijeenkomst voor de scheepsbewoners van de Noorderhaven georganiseerd in café de Sleutel. Ook de pers en enkele gemeenteraadsleden waren hierbij aanwezig. De bewoners en de gemeente komen tijdens de bijeenkomst niet tot elkaar. Veel vragen van de bewoners maar ontwijkende en juridisch discutabele antwoorden van de gemeente.


Opvallende uitspraak van de wethouder:

"De Noorderhaven heeft een eigen reglement (VOV, art. 21). Een van de eisen is dat een schip moet kunnen varen en zich daarmee onderscheidt van een drijvend bouwwerk."

Hier husselt de wethouder de Verordening Openbaar Vaarwater (VOV) en de nieuwe wet door elkaar. In de Verordening staat nergens dat een schip moet kunnen varen. Het begrip "varend schip" wordt in de Verordening niet nader omschreven en daar zit het probleem.

Voor de wet (Binnenvaart Politie Reglement) is een "varend schip" simpelweg een schip dat niet stilligt. In de nieuwe woonbotenwet wordt de term "varend schip" dan ook gemeden, er wordt gesproken over schepen "bestemd en gebuikt voor de vaart".

Om voor de wetgever geen bouwwerk te zijn moeten de schepen dus daadwerkelijk voor de vaart gebruikt worden (daadwerkelijk varen) en dat is geen voorwaarde in de Verordening hetgeen de gemeente in de brief aan de bewoners van 4 december j.l. heeft bevestigd.

Schepen in de Noorderhaven mogen dus permanent stilliggen, ze hoeven niet gebruikt te worden voor de vaart. Daardoor zijn deze schepen door de nieuwe wet gelijkgesteld aan bouwwerken waarvoor een omgevingsvergunning is verstrekt. En dat is ook de conclusie van mr. Goudriaan (gespecialiseerd in woonbootzaken) die door de gemeente om een second opinion is gevraagd. De gemeente negeert deze second opinion.