Watervisie: Architectenbureau KAW uit Groningen gevraagd voor een aanzet: verschil tussen versies

Uit Woonschepen Comite Groningen
Ga naar: navigatie, zoeken
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'De gemeente heeft architectenbureau KAW uit Groningen gevraagd om een inventarisatie en een uitwerking van de Watervisie op de rails te zetten. KAW is onder andere ver…')
 
Regel 3: Regel 3:
 
Het WCG heeft in januari een drietal gesprekken gehad met KAW, waaronder een sessie met direct betrokken ambtenaren en Jasper de Haan, architect uit Rotterdam die de brochure "Een dek is geen dank" heeft geschreven.
 
Het WCG heeft in januari een drietal gesprekken gehad met KAW, waaronder een sessie met direct betrokken ambtenaren en Jasper de Haan, architect uit Rotterdam die de brochure "Een dek is geen dank" heeft geschreven.
  
Tijdens deze gesprekken heeft het WCG vooral de achtergronden van Wonen op het Water in Groningen geschetst en de vraag opgeworpen waarom twintig jaar beleidsvorming weinig tot niets heeft opgeleverd. Misschien is het verstandig om eerdere pogingen tot beleidsvorming goed te evalueren.
+
Tijdens deze gesprekken heeft het WCG vooral de achtergronden van Wonen op het Water in Groningen geschetst en de vraag opgeworpen waarom twintig jaar beleidsvorming zo weinig heeft opgeleverd. Misschien is het verstandig om eerdere pogingen tot beleidsvorming goed te evalueren om niet in herhaling te vervallen.

Versie van 25 feb 2016 om 21:41

De gemeente heeft architectenbureau KAW uit Groningen gevraagd om een inventarisatie en een uitwerking van de Watervisie op de rails te zetten. KAW is onder andere verantwoordelijk voor het behoud en de renovatie van de Suikerbuurt in Hoogkerk, waar eerder sloopplannen dreigden.

Het WCG heeft in januari een drietal gesprekken gehad met KAW, waaronder een sessie met direct betrokken ambtenaren en Jasper de Haan, architect uit Rotterdam die de brochure "Een dek is geen dank" heeft geschreven.

Tijdens deze gesprekken heeft het WCG vooral de achtergronden van Wonen op het Water in Groningen geschetst en de vraag opgeworpen waarom twintig jaar beleidsvorming zo weinig heeft opgeleverd. Misschien is het verstandig om eerdere pogingen tot beleidsvorming goed te evalueren om niet in herhaling te vervallen.